Op zoek naar de vele verschillende planten in onze gemeente, die er van nature voorkomen. Je hoeft alleen maar te kijken in de bermen langs de wegen, in de bossen, aan de akkerranden en zelfs tussen de straat- en stoepstenen. Elke plant is interessant; onkruid is maar een verzonnen woord. Als jij je er een beetje in verdiept, dan gaan die Beekse planten nóg meer leven. Zeker nu in de herfst overal paddenstoelen opduiken.
door Kees van Kemenade
Je hebt van die kleintjes, maar ook grote gevaarten zoals de reuzenzwam. Een tiental verschenen er half oktober in het plantsoen tussen Hakvoortseweg en Vendellaan. Echt een prachtig en bijzonder gezicht, anders dan die kleine prutszwammetjes waar ik meestal over schrijf. Ooit stonden hier enorme esdoorns, maar die moesten gerooid worden. Het ondergrondse wortelstelsel van de bomen zit er nog en dat levert genoeg voedsel op om de Meriplus giganteus, zoals zijn wetenschappelijke Latijnse naam luidt, te laten gedijen (het eerste deel van de naam betekent zwam, het tweede deel spreekt voor zichzelf). Ondergronds is de zwamvlok van de reuzenzwam dus nog veel groter.
De reuzenzwam bestaat uit een groot aantal hoeden in de vorm van een rozet, vlak boven de bodem. Ze komen allemaal uit hetzelfde mycelium en daarom spreken wij van één enkele plant. Samen kunnen die wel een doorsnede van een meter hebben. De kleur is lichtbruin als ze jong zijn, maar die wordt naarmate de tijd vordert, steeds donkerder. Wanneer de eerste vorst invalt verdwijnen ze. Hun enige functie: het voortplanten en verder verspreiden van de soort. Dat gebeurt, zoals bij elke paddenstoel, met sporen.
Reuzenzwammen komen in geheel Europa voor, zeldzaam zijn zij dus niet. Het heeft geen zin om er een paar te plukken, al zijn ze niet giftig, maar smaak heeft deze zwam niet. Als mensen hem maar niet moedwillig vernielen, denk ik meteen, dan kunnen veel voorbijgangers er nog van genieten.
