Dat Hilvarenbeek een mooie gemeente is, waar veel te zien is en veel te beleven, dat weet iedereen wel. Maar hoe mooi? Dat ontdek je eigenlijk het beste als je er op uit gaat. Al wandelend kom je op de mooiste plekken. Ik gebruik daarvoor de wandelkaart met nummers van knooppunten. Die brengt mij vandaag naar het gebied tussen Esbeek en Baarschot. Startpunt is deze keer de weg tussen beide dorpen (Larestraat en Esbeeksedijk). Halverwege daar vind je knooppuntenpaal met nummer 80 en dan ga je richting 47. Voor wie zo’n kaart niet bezit, staan onderaan de nummers die je kunt volgen.
door Kees van Kemenade
Als je nou echt houdt van rust in de natuur dan moet je deze wandeling eens doen. Dan ontdek je dat er in Hilvarenbeek nog amper bewoonde gebieden zijn met mooie zandpaden omzoomd door eiken. Een coulisselandschap met overal kleine en grotere bosjes. Hier gaan natuur en landbouw nog mooi samen. Op de echte natuurgebieden maakt men gebruik van natuurlijke begrazing. Van een afstand zag ik er weidevarkens en meer van dichtbij Galloway’s, donker tot bijna zwarte runderen die met een dikke vacht rustig buiten blijven in de winter.
De Utrecht
Een paal langs het pad geeft aan dat wij nu het landgoed De Utrecht binnenwandelen. In 1899 begonnen ze hier de uitgestrekte heide te ontginnen. De resten van dat werk kun je nog goed zien. Kleine slootjes op korte afstand van elkaar vormen stroken, rabatten genoemd, haaks op het pad. Veel naaldhout ook, want de goede grond was bedoeld voor de akkerbouw en de veeteelt. Het is hier vooral rulle zandgrond en dat kon dus alleen maar met veel kunstmest. Op de echt schrale bodem werd naaldhout geplant, bedoeld voor de Limburgse mijnen. Schachten en tunnels werden ermee versterkt en dat kraakte nog eens enorm als er zich ondergrondse bewegingen van de bodem voordeden, die tot een mijnramp konden leiden. De Utrecht was ook het gebied waar in de oorlog veel verzetswerk werd verricht. De Pilotenlijn liep pal door dit gebied. In de bossen werden de piloten en andere vluchtelingen ondergebracht totdat het veilig genoeg was om de grens naar België over te steken. Een aantal van de verzetsmensen die hier actief waren heeft de oorlog niet overleefd. Bij Herberg In den Bockenreyder, hier vlakbij, wordt daar aandacht aan besteed.
IJzerwinning?
Water is er onderweg nauwelijks, de meeste sloten staan nog droog. Alleen een gegraven waterplas bij de Kievit biedt veel insecten, amfibieën, vogels en zoogdieren de gelegenheid om vocht te kunnen vinden. Belangrijk voor de natuur dus. We zien nu ook de ontginningsboerderijen van De Utrecht met hun rood-witte luiken. De investeringen van de verzekeringsmaatschappij De Utrecht, de naamgever van het gebied, hebben rijke vrucht opgeleverd. Via de Lange Gracht bereiken we de IJzerberg. Dankzij heemkundige Jan van Helvoirt weten we dat de naam al heel oud is.
Is er dan ijzer in de Kempen? Jazeker, in de vorm van ijzeroer, een afzetting in de bodem. Het metaal was zó kostbaar dat het loonde om met houtskool een smeltproces op gang te brengen. Het ijzer van matige kwaliteit dat dit opleverde, kon dan door de smid, al hamerend, tot een beter kwaliteit worden gebracht. Of hier ooit ijzeroer is gewonnen en bewerkt, weet ik niet, al duidt de naam er wel op. Volgens de overlevering, schrijft Jan, sloeg hier vaker de bliksem in. Dat zou er ook op kunnen duiden. De IJzerberg is nu slechts een bos beplant met lariks en grove den. Een echte berg is het ook niet met zijn 20,5 meter boven NAP.
In een kleine twee uur kun je deze wandeling wel maken, als je de volgende knoppunten volgt: 80 – 47 – 6 – 65 – 51 – 52 – 53 – 80.
