Ron van Doorn uit Dongen werkte een aantal weken in Gaza als chirurg, voor de organisatie UK MED. Het is een Engelse, kleine organisatie, waar gedreven mensen werken. Het is erg fijn om met hen te werken, vindt Ron van Doorn. Omdat de organisatie klein is, zijn de lijnen kort. UK MED is een private organisatie die soms met eigen financiering, en soms door de Engelse overheid ingevlogen wordt. Rampen in eigen land en bijvoorbeeld de hulp aan de oorlog in de Oekraïne en Gaza worden deels door hen gefinancierd. Ook krijgt de organisatie eindelijk in Soedan voet aan de grond. “Werken voor een grote organisatie vervaagt de gedrevenheid soms. Het was leuk dat het hoofd medische zaken van UK MED in Gaza was. Hij doet alles, zorgt overal voor. Hij is een inspiratie voor iedereen.”
door Lia van Gool
Niet alledaags
Ron vindt het een voorrecht dat hij in Gaza kon gaan werken. “Het is zeker niet alledaags om naar Gaza te gaan. Ik kreeg een aanbieding, er was iemand nodig.” Het was niet de eerste keer dat de chirurg naar Gaza ging. Ook in 2018 was hij daar en hij schreef toen regelmatig een column in het Weekblad Dongen over zijn bevindingen. Nadat hij stopte met werken, gaat Ron van Doorn regelmatig weg om te werken in oorlogsgebied. “Toen ik stopte met werken, heb ik met mijn vrouw Christine de afspraak gemaakt dat ik de helft van het jaar weg zou gaan naar een oorlogsgebied.” Ron vindt het belangrijk om te vertellen over zijn ervaringen. “Ik wil de organisatie waar ik voor werk bekendmaken en de mensen het leed in Gaza laten zien. Door de verhalen komt het dichterbij. Op televisie zie je wel beelden, maar dat lijkt verder weg.” Op dit moment krijgt Ron veel media-aandacht, omdat hij in Gaza is geweest. “Ik wil dat mensen een beetje voelen wat er gebeurt, hoe vreselijk mensen het daar hebben. En wat een mooi leven wij hier hebben.”
Bizar
De mensen in Gaza gaan, ondanks de oorlogssituatie, altijd door, vertelt Ron. “Ik ben er maar een korte periode, maar de lokale werkers zitten al twee jaar in deze situatie. Hoewel het een relatief veilig gebied is, is er altijd kans op een bombardement. Iedereen heeft wel iemand in de familie die is overleden door dit conflict. Dat is bizar.” Ron was blij dat hij in Gaza kon helpen, maar, zegt hij: “Zelfs als je er niet zou werken, zijn de mensen blij dat je deelgenoot bent van hun ellende. Mensen voelen zich verlaten. Je bent al snel van waarde. Je staat naast ze, bent bij ze. En als je opereert, ben je nog meer van waarde.” De veerkracht van de medewerkers in het ziekenhuis is bijzonder, vindt Ron. Hij luisterde naar de verhalen van medewerkers en patiënten. “De veerkracht van de medewerkers is bizar en ook emotioneel.”
Op een gegeven moment, na een week of vier, merkte Ron dat hij moe werd. “Veel langer daar werken is niet verstandig, want je raakt gesloopt. Natuurlijk moet je even wennen, maar na één of twee dagen denk je ‘dit is het werk dat ik altijd doe’. In het begin ga je ook overal voor. Later denk je ‘dit kan ook anders’, omdat je dan echt moe bent.” Ron beseft dat hij, als hij weer weggaat uit Gaza, de mensen daar achterlaat, met alle problemen die zij hebben. “Hoe vervelend dat ook is, je bent zelf niet zo lang in Gaza. Je gaat weer naar huis. Je kunt stoom afblazen en je gaat weer terug. Dat kunnen mensen daar niet.”
Stilte
Tijdens het gesprek valt er regelmatig een niet vervelende stilte. Een moment om even na te denken en daarna verder te gaan. Hij is al zo vaak naar een oorlogsgebied gegaan en thuisgekomen. Dat is relatief normaal, vindt hij. “Ik stap op Schiphol in de trein en kom thuis. De eerste keer was er een welkomstcomité. In de loop der tijd werd dat minder.” Het welkomstcomité was er nu wel. Zijn zoons en hun partners waren op Schiphol. Dat komt omdat de lading van de ellende in Gaza groter is dan ergens anders. Gaza was ook voor Christine en de kinderen meer dan anders. “Als je uit Congo komt, is het een ander gevoel voor iedereen dan wanneer je uit Gaza komt.” Ron relativeert en vindt dat hij in Gaza ‘gewoon zijn werk’ heeft gedaan. “Normaal gesproken kom je thuis en pak je de draad weer op. Nu is het anders, omdat er veel aandacht is voor wat er in Gaza gebeurt.”
Humor
Dat de gebeurtenissen in Gaza diepe indruk op de chirurg maakten, blijkt uit het volgende verhaal. Op een woensdag had Ron zijn laatste meeting voordat hij weer terug naar huis zou gaan. Voor die meeting had Ron een interview met een Belgische zender. Hij sprak over de gemoedstoestand van de mensen in Gaza. Zij staan onder druk, hebben bijna geen eten, geen water, maar ze komen toch elke keer naar het ziekenhuis om te werken. “Dat vertelde ik tegen de verslaggever. Toen ik het vertelde kwam ik niet meer uit mijn woorden. Het is zo knap hoe mensen doorgaan en paraat staan.”
Hij gaat verder. “Op een gegeven moment was ik aan het opereren. De orthopeed die uit Gaza City komt, werd gebeld door zijn vrouw. Er was een bom ontploft, alle ramen waren uit het huis geslagen. Wij zeiden tegen hem ‘neem de bus (van UK MED die de medewerkers van en naar huis brengt, want er is geen normaal openbaar vervoer) en ga naar huis’. De orthopeed bleef, want zijn vrouw en kinderen zouden het wel redden. De man wilde niet geëvacueerd worden, omdat hij nog een huis had. Hij moest toch weg en zit nu in een tent. Uiteindelijk is hij toch weer naar het ziekenhuis gegaan. Hij stuurde me een gek filmpje. Mensen hebben een bepaalde humor die mensen op de been houdt. Af en toe moet je wat geks doen, dat vermindert de spanning.”
Rijkdom
Wat het mooiste was dat hij meemaakte? “Eigenlijk alles. Het daar zijn maakt het mooi, patiënten helpen, gesprekken met lokalen en collega’s. Ik had wel mooie momenten als ik even met thuis kon videobellen of appen. Mijn kleindochter was jarig toen ik in Gaza was. Het is een rijkdom dat je weet dat er mensen thuis voor je zijn.”
Wat het vervelendste was? Na die vraag wordt Ron stil. Hij wil het er niet over hebben.
Wapenstilstand
Midden oktober gaat Ron van Doorn weer terug naar Gaza. Hij zal dan zeker ook weer de weekboeken schrijven. “Als Gaza er dan nog is. Het kan heel snel veranderen. Ik ben bang dat het alleen maar slechter wordt. Collega’s van mij die een half jaar weggeweest waren en terugkwamen, zagen dat iedereen er slechter aan toe is. Het wordt alleen maar erger. De mensen leven met de hoop dat er een wapenstilstand komt en dat het dan morgen vrede is. Ik hoop dat het lukt.”