Ik houd van spreekwoorden en gezegdes. Hoe vaak zijn ze niet zo waar als je maar krijgen kan en met name oudere mensen (ikzelf?) weten ze vaak moeiteloos aan te vullen: Zoals de waard is…, Een kinderhand is gauw…, Eén vogel in de hand…, Als de kat van huis is…, Op ieder potje… Jongeren hebben vaak de connectie met die spreekwoorden niet, simpelweg omdat ze uit een andere tijd met ander vocabulaire en andere gebruiken komen. Bakzeil, een keper, Pampus, de bierkaai of het vinkentouw: het zegt ze allemaal weinig meer. Ik kijk al niet meer op van verhaspelingen als ‘De beste stuurlui staan aan de Wallen’, ‘Dan sta je mooi voor Jan met de korte lul’, of ‘Je moet je de kaas niet voor de voeten weg laten maaien’.
Er is echter één gezegde wat ik erg vreemd vind: ‘Je moet jezelf kietelen’. Waar komt dat vandaan? Ik snap de bedoeling erachter wel, maar het slaat nergens op, want jezelf kietelen gáát niet. Je kan het wel doen, maar het heeft geen effect. Probeer het maar eens, bij jezelf, in je oksel of onder je voet. Het is raadselachtig natuurlijk, dat je er dan niet warm of koud van wordt, terwijl als iemand anders het doet, dan lig je binnen de kortste keren te kronkelen. Sterker nog: als iemand maar in de buurt van die oksel of voet komt, met mógelijk de intentie om te kietelen, dan begint het gekronkel al. Dat is een Wet van Meedoen en Persen.
Enfin, toch besloot ik vorige week iets te doen wat wellicht wél onder de definitie ‘jezelf kietelen’ valt. Ik had niet per se een derde motorfiets nodig, maar ik kocht er toch eentje, waarvan ik dacht dat die mijn motorische behoeftes mooi zou aanvullen. Het werd een Triumph Tiger 850 Sport van 2022, ideaal voor langere toertochten, met een licht sportief karakter en een ontspannen zit. Of ik me er toch niet wat schuldig over voelde? Het zegt misschien wel iets dat ik het pas toen ik hem al besproken had tegen mijn vriendin vertelde. Ook het feit dat ik bij mijn verzekeraar een soort kwantumkorting kreeg geeft te denken.
We trokken met de jongens van MC Kamasutra voor een driedaags tripje naar het Teutoburgerwoud. Wetje en Willem de Zwijger met hun gezellig schommelende Moto Guzzi’s (ik mag geen Moto Gucci meer zeggen), Toni op zijn ook pas aangeschafte prachtige Triumph Thunderbird 900 uit 2000, KJ op zijn onverwoestbare Duitse toerbuffel en ondergetekende dus met die eveneens pas aangeschafte Tiger in fraai dieprood/grijs. Er stond een stevige, frisse bries met af en toe verraderlijke rukwinden en het regende bij tijd en wijle. De mooie Duitse binnenweggetjes waren soms verraderlijk glad, door modder en vallend blad, terwijl de rukwinden behoorlijk aan de blinkende Tiger trokken. Toch was het heerlijk rijden op die kronkelige Teutoonse wegen, waar het nog lekker rustig is.
Minder rustig was het bij de oplopende splitsing die we op dinsdagmiddag rechts op wilden rijden. Duitse bolides raasden voorbij, het was lastig het juiste moment bepalen, ook omdat links het zicht nogal beperkt werd door struikgewas. Er leek ruimte en voor mij trok Willem op. Ik trok ook op, terwijl ik ook nog eens naar links keek, of er toch echt niets aankwam. Ik voelde een schok linksvoor en ik werd naar rechts geduwd. En jawel, daar lag de blinkende Tiger tegen het asfalt. Willem had alsnog moeten remmen voor verkeer van links, wat ik net te laat in de gaten had. Stukken felrood plastic lagen verspreid en er was een stuk van een remhandel afgebroken. Stomme pech en het doet altijd pijn, die eerste schade… KJ moest eraan te pas komen om met tywrap de boel aan elkaar te bevestigen zodat het niet los zou hangen te flapperen in de stevige bries.
We vervolgden onze weg, want we moesten blijven kietelen natuurlijk. Dat was een gegeven, zo oud als de weg naar Methusalem. Om dat te weten hoef je niet opnieuw het ei uit te vinden, dat staat als een paal boven het maaiveld.