Ga eens op zoek naar de vele verschillende planten in onze gemeente, die er van nature voorkomen. Je hoeft alleen maar te kijken in de bermen langs de wegen, in de bossen, aan de akkerranden en zelfs tussen de straat- en stoepstenen. Elke plant is interessant; onkruid is maar een verzonnen woord. Maar ik wil het toch maar wel gebruiken voor een exotische plant die in staat is om inheemse planten te verdringen en die schade kan aanbrengen aan wegen, muren en ondergrondse leidingen.
door Kees van Kemenade
Jazeker, hij hoort inmiddels ook bij de Beekse biodiversiteit, de Japanse duizendknoop. Als ik langs Annanina’s Rust fiets, zie ik dat hij de bermen en de bosrand van het landgoed al heeft overgenomen. Elk jaar meer, want de plant breidt zich onstuitbaar uit. Op humusrijke zandgrond, een beetje vochtig, voelt hij zich wel thuis.
Japans knoopkruid (er zijn nog meer Aziatische soorten) lijkt wat de stengels betreft een beetje op bamboe, rond, ongeveer net zo dik en hol. Met knopen op gezette afstand. Grote bladeren die ervoor zorgen dat er daaronder niks kan groeien. Kijk maar eens naar zo’n blad: er is geen vraat van insecten te zien. Dat is nou net het probleem, hij heeft geen natuurlijke vijanden hier die de groei zouden kunnen afremmen. Er is wel geprobeerd om er varkens op te zetten, maar die moeten dan wel erg hongerig zijn, want echt lekker vinden zij het niet.
In de maanden augustus en september bloeit de plant met mooie witte bloempjes. Gek genoeg is het best een mooie verschijning, als je de nadelen niet beschouwt. Na de bloei sterft de Japanse duizendknoop in de herfst bovengronds af, maar de wortelstokken, onder de grond blijven gewoon leven.
In het voorjaar komen de scheuten, net als bamboe boven de grond. Je kunt die afsnijden en koken, want deze plant is goed eetbaar. In de zeventiende eeuw werd hij door botanisten geïntroduceerd en aangeplant als exotisch sieraad voor de tuin. Maar pas recent is hij sterk gaan verwilderen. Is er nou niks tegen deze invasieve exoot te doen? Jazeker, er zijn al verschillende methoden ontwikkeld, maar ze zijn zonder uitzondering allemaal erg arbeidsintensief en dus duur. De ondergrondse wortelstokken uitputten door vanaf het voorjaar voortdurend te maaien, lijkt te werken. Maar je mag dan niet zomaar stoppen. Het maaisel moet je ook nog eens heel gecontroleerd afvoeren en verbranden, want uit stukjes kunnen zo weer nieuwe duizendknopen groeien. Toch móeten wij er iets tegen doen, als wij niet willen dat straks heel onze natuur wordt overgenomen door Japans knoopkruid.