Op 14 september is het weer zover. De BOC (Brommer Oldtimerclub Diessen) organiseert dan haar jaarlijkse toerrit. En dat voor de 18e keer. Wil je de wereld van de brommer van dichtbij meemaken, wil je de brommer ruiken of aanraken, ga dan naar de Kerkstraat in Diessen. Vanaf 10.00 uur kan er ingeschreven worden als deelnemer.
Bijzonder aan dit evenement is dat er een aparte jury bestaat die prijzen toekent aan de best gerestaureerde brommer en de beste niet gerestaureerde brommer. Ook is er een pechprijs. De start van de rit over 80 km is om 11.30 uur en voert via de Kempen richting Oirschot en Moergestel en eindigt waar het is begonnen. Maar, is er toekomst voor dit onderdeel van onze cultuur?
Volgens Ad wel, al twijfelt hij.
Een soort van déjà vu
Voor Ad Braber is het hele brommergebeuren een soort van déjà vu. Ad is 70, komt oorspronkelijk uit Dordrecht en volgde zijn liefje via Hilvarenbeek naar Diessen. Zijn tweede liefde is de brommer. Net 16 kreeg hij van zijn vader een Vespa. Nou, daar trok hij geen volle zalen mee, laat staan meisjes. Nee, het moest toch een Yamaha FS1 worden en na vakantiewerk kwam die er ook. Waarom? Ad kijkt verwondert bij deze vraag: de voetschakeling, het geluid, de snelheid, de mogelijkheden om op te voeren (hij noemt onder andere de roterende inlaat), enz. Daarna is deze hobby op de achtergrond geraakt; Ad ging bij de politie werken en had daar allerlei functies. Waaronder (in de jaren 70) het demonteren van opgevoerde brommers. Dus ook weer het contact met de techniek en deze ook begrijpen. Zijn gezin vroeg ook steeds meer tijd en de kinderen wisten hem te vinden voor klusjes.
Yamaha FS1
Toch kruipt het bloed waar het niet gaan kan, een vaak gehoord spreekwoord over een verrassende stap in iemands leven. Met hulp van de corona-periode nog wel. Ad had al een langere wens om ooit een Ford Mustang op te knappen. En op een dag moest het er van komen: het latent aanwezige vuurtje vatte vlam. De veenbrand kwam naar de oppervlakte en wakkerde gevoelens aan voor een oldtimer. De Mustang was financieel niet haalbaar. Ad zocht naar een Yamaha FS1 uit 1970, precies zoals hij in zijn jeugd had. Hij wilde eigenlijk een paarse, maar die was niet te vinden. Het werd een blauwe. En zoals wel vaker (net niet lang genoeg gewacht) kwam er eenzelfde Yamaha op zijn pad, maar wel paars, uit 1974. Nu heeft hij er dus twee.
Obsessie
Het gesprek verplaatst zich van de huiskamer naar zijn man cave. In deze veilige en vertrouwde omgeving, bij de onder plastic verborgen paarse Yamaha, geeft hij met enige aarzeling toe dat hij wel obsessief is. En dan in het bijzonder om de brommers die hij heeft tot in het kleinste detail origineel te maken. Sommige onderdelen mogen dan wel nagemaakt zijn, maar alleen als ze aan de buitenkant niet zichtbaar zijn. Een busje of zo. Hij blijft praten over dat ene achterlichtje wat hij na lang zoeken gevonden heeft, toen dit maar snel afgekapt. Weer tot de orde gebracht geeft Ad aan dat hij altijd met techniek bezig is geweest. Met zijn werk, met technisch lego, met miniatuurtjes. Het uiteindelijk vinden van dat ene originele onderdeel is veel belangrijker dan de tijd die het kost.
Techniek en de toekomst
De techniek is iets wonderbaarlijks. Het is uitgevonden, her-uitgevonden, verbeterd en dat gaat zo maar door tot in lengte van jaren. Het is volgens Ad erg interessant om de techniek van de voorloper van de huidige generatie brommers te doorgronden, te begrijpen hoe het werkt. En dat met de kennis van toen. Ad kent daarbij zijn beperkingen. Voor het lassen, frezen en draaien en alle vragen kan hij terugvallen op Pietje Hermans, de drijvende kracht achter de BOC.
Over de toekomst en de rol van de jeugd van deze hobby is Ad twijfelachtig. Het ziet ook dat de jeugd van tegenwoordig met hun ‘digitale’ kennis en kunde ver afstaat van de techniek van de brommer van toen. En toch, kijkend naar de gemiddelde deelnemer aan de Brommerrit, dan zie je hier ook veel jeugd tussen. Dus ergens is er maar een klein vonkje nodig om een vuurtje aan te wakkeren. Er gloort nog een zonlicht aan de horizon.
Lely motorwagen
Ook dit jaar is de motorwagen (49cc) van het merk Lely weer paraat. Deze motorwagen, eigendom van de BOC, komt uit Den Haag en is destijds gefabriceerd om ouderen en minder validen te kunnen vervoeren. Ook toen al wilden mensen graag mobiel zijn. Soms uit luxe, maar soms ook uit medische noodzaak. Het bouwjaar van de motorwagen is 1956. Min of meer bij toeval komt deze motorwagen op het pad van BOC. Na aanschaf volgde snel een restauratie. Al snel ontstond het idee om deze bij de jaarlijkse toerrit in te zetten voor een medemens met een beperking. Zo ook dit jaar, dan valt de eer te beurt aan Jeroen van Tilborg. Hij woont in de woongroep Benjamin in Diessen. Jeroen vindt het heel leuk, maar ook best wel spannend. Veel plezier Jeroen!