Ga eens op zoek naar de vele verschillende planten in onze gemeente, die er van nature voorkomen. Je hoeft alleen maar te kijken in de bermen langs de wegen, in de bossen, aan de akkerranden en zelfs tussen de straat- en stoepstenen. Elke plant is interessant; onkruid is maar een verzonnen woord. Als jij je er een beetje in verdiept, dan gaan die Beekse planten nóg meer leven. Zeker als je het verhaal achter elk plantje kent.
door Kees van Kemenade
Wat is de zonnebloem toch een prachtige plant; Van Gogh zou deze meteen schilderen. Dat denk ik wanneer ik op een perceel aan de Hakvoortseweg, nabij het Spruitenstroompje, een flink aantal zonnebloemen zie bloeien. Van juli tot in oktober staan ze in bloei. Een te klein terrein voor de akkerbouw, dus het zal wel gedaan zijn door natuurliefhebbers om zaad-etende vogels en insecten een steun te geven bij de komende winter. Die pikken de voedselrijk pitten zo uit de uitgebloeide bloemkroon.
Natuurlijk, de zonnebloem is een cultuurplant, aangeplant vanwege zijn nuttige karakter, maar hij hoort toch wel bij onze biodiversiteit. We mopperen vaak over exoten, maar deze heeft groot nut voor ons. Hoe nuttig? Ga maar na: uit de zonnepitten kan olie worden geperst, maar je kunt ze ook toepassen in brood, of roosteren en gewoon eten. Het loof, de grote bladeren, is gewaardeerd veevoer, net als de versnipperde stengels en als je wilt kun je de droge stengels als brandstof gebruiken in de kachel.
In Frankrijk zie je vooral in het zuiden waar de zon het felste schijnt grote percelen aangeplant met zonnebloemen. Tournesol, zeggen ze daar, ‘Naar de zon draaier’, want dat is een van de aardigste eigenschappen van deze plant. Oorspronkelijk komen zonnebloemen uit Amerika. In de zestiende eeuw werden de zaden, de zonnepitjes, overgebracht naar Europa, waar ze ook gedijden. Je kunt eigenlijk niks negatiefs zeggen over zonnebloemen, iedereen houdt van deze plant. Het mooiste en laatste Nederlandse bankbiljet van 50 gulden had ooit als bijnaam De Zonnebloem.
En misschien tot slot nog een raadseltje: Wat was het probleem van Professor Zonnebloem?