Ga eens op zoek naar de vele verschillende planten in onze gemeente, die er van nature voorkomen. Je hoeft alleen maar te kijken in de bermen langs de wegen, in de bossen, aan de akkerranden en zelfs tussen de straat- en stoepstenen. Elke plant is interessant; onkruid is maar een verzonnen woord. Als jij je er een beetje in verdiept, dan gaan die Beekse planten nóg meer leven. Zeker nu we midden in de zomer zitten. Door Kees van Kemenade

Er staat niet veel tarwe, haver of gerst meer op de akkers, andere gewassen hebben nu voorrang. Uit mijn jeugd herinner ik mij die graanakkers met overal mooie donkerblauwe korenbloemen. Het is een composiet, dat wil zeggen allemaal kleine bloempjes op een knop aan een lange steel.

De zaadjes die zich uit de bloempjes ontwikkelden zaten vroeger in het zaaigoed, maar tegenwoordig gebruiken de boeren gezuiverd zaaigoed en dan groeien er geen korenbloemen meer op de akkers. Ze zijn verbannen naar bermen, die niet voortdurend gemaaid worden.

Hier aan de Goirlesedijk bij de ontgonnen, vroegere, Huisvennen groeien er nog een paar. Dat is opmerkelijk, want ze zijn bijna zeldzaam geworden. Je kunt nog de hele zomer van de korenbloemen genieten. Natuurlijk is hij belangrijk voor talloze insecten en is hij waardplant voor een eigen vlinder: de korenbloemkaartmot. Als korenbloemen zeldzaam zijn geworden, geldt dat ook voor die vlindersoort. Alle planten hebben een wetenschappelijke naam, ontleend aan het Latijn met soms een Griekse invloed. Die van deze plant luidt Centaurea cyanus. Het tweede woord betekent hemelsblauw, maar het gaat om het eerste. Volgens een mythe leefden vroeger centauren, wezens met het onderlichaam van een paard en het bovenlichaam van een mens. De centaur Cheiron werd tijdens de strijd gewond door een gifpijl. Hij zocht een plant die de wond zou helen en de ontsteking kon bestrijden.

Cheiron zou de eerste zijn geweest die de heilzame werking van het sap van korenbloemen erkende en dat zien wij dus terug in de naam.

Alleen zou het gif hem uiteindelijk toch doden.