Daar zal iedereen - gelovig of niet - het wel mee eens zijn. Ze stralen een zekere rust uit en velen houden er daarom een ogenblik halt om eens na te denken over de alledaagse beslommeringen. Iedere kapel heeft zijn eigen verhaal en als je dat kent, dan wordt een bezoek nog interessanter. De meeste kapellen zijn genoemd naar Onze Lieve Vrouw, maar in Esbeek staat er een die is genoemd naar een heilige uit de Romeinse tijd.
De Sint Corneliuskapel in Esbeek
door Kees van Kemenade
x
Paus Cornelius staat er wat eenzaam bij in zijn buitenkapel, vlak naast de voormalige St. Adrianuskerk, nu een basisschool, in het hartje van Esbeek. De tiara, de driedubbele pausmijter, op het hoofd en in zijn handen de kruisstaf en de hoorn. Ooit was er een veel mooier gepolychromeerd beeld in de kerk zelf, maar toen de devotie afliep en de kerk uiteindelijk werd gesloten, verdween dat. De buitenkapel is gebouwd in 1937 toen de St. Corneliusbedevaart van Esbeek een van de drukst bezochte in de wijde omgeving was.
Tijdens het octaaf van de heilige -een periode van acht dagen van zondag tot de zondag erop- rondom zijn feestdag op 16 september zag het in Esbeek zwart van het volk. Ze kwamen met de stoomtram, te voet, met de kar, de fiets en later zelfs de autobus en automobiel. De volgelingen van de verering trokken naar het kleine dorp; aangespoord door de zelatricen van de bedevaart in alle omliggende dorpen en steden. "Het is net Esbeek-kermis!" zeiden ze toen, vooral wanneer de stoomtram stopte en de uitstappende bedevaartgangers hun zangbundels en rozenkransen even wegstopten om naar de kraampjes te kijken. Heel het dorp, vooral de omgeving van de kerk, was door de Jonge Boerenstand en andere parochianen versierd.
Geliefd gebruik
Tijdens het octaaf was er iedere middag een speciaal lof voor de kinderen en hun moeders, want St. Cornelius gold als een speciale beschermer tegen kinderziektes. Medische hulp was er niet zoveel en meestal stonden de doctoren onmachtig bij gevaarlijke aandoeningen als stuipen bij jonge kinderen. Zulke bezoeken aan de bedevaartplaats waren in de eerste helft van deze eeuw ook belangrijke gelegenheden om familie- en vriendschapsbanden weer eens aan te halen. Voor reizen moest je een aanleiding hebben. Tieners wilden ook graag mee, want het gaf hen de mogelijkheid even onder het toezichthoudende ouderlijke gezag uit te komen en een blik te werpen naar de leden van het andere geslacht.
Om verschillende redenen waren bedevaarten enkele decennia geleden erg geliefd. Een nog niet genoemde reden heeft te maken met het ontstaan. In 1889 had de nieuwe parochie Esbeek St. Adrianus, een van de Gorcumse martelaren, vermoord door de geuzen omdat hij zijn geloof niet wilde afzweren en hier geboren, gekozen als patroonheilige. Hij was immers afkomstig uit het dorp. Maar de lokale heilige had één gemis, hij was geen krachtige beschermheilige die wonderen kon verrichten. Pastoor Jurgens bracht uitkomst. Hij kreeg de beschikking over enkele relikwieën, stukjes bot, van de Romeinse heilige Cornelius. Van deze paus liet hij ook nog eens een beeld in de kerk plaatsen. De devotie kwam toen vanzelf op gang. St. Cornelius gold onder meer als beschermer van het hoornvee; belangrijk in een agrarische gemeenschap. Er werd een Broederschap opgericht, Van den H. Cornelius, paus en martelaar, die een jaarlijkse bedevaart ging organiseren. En zo kon het gebeuren dat een paus uit de derde eeuw een bekende verschijning werd op het Kempische platteland. Totdat........ door het tanende geloof in bovennatuurlijke hulp voor kinderen en hoornvee, de bedevaart allengs minder bezocht werd. Nu blijft alleen de herinnering èn deze kapel.