Kapelletjes horen bij het Brabants landschap. Daar zal iedereen - gelovig of niet - het wel mee eens zijn. Ze stralen een zekere rust uit en velen houden er daarom een ogenblik halt om eens na te denken over de alledaagse beslommeringen. Het St. Jozefkapelletje op de Westerwijk is misschien wel het bekendste, maar niet het meest bezochte. Iedereen die naar Tilburg gaat, of weerom komt, ziet het liggen; half verscholen tussen de rode beuken, die contrasteren met de witte kleur van het gebouwtje. Alleen in de winter, wanneer de takken kaal zijn, valt het meteen op. Iedere kapel heeft zijn eigen verhaal en als je dat kent, dan wordt een bezoek nog interessanter.
door Kees van Kemenade
St. Jozefkapel op de Westerwijk
Als je de moeite neemt om de kapel te bezoeken, word je getroffen door de sfeer van de plek. Naar het zuiden strekken de akkers zich ver uit en aan de horizon rijst de Beekse toren op. Ten noorden ervan ligt de bosrand van het recreatiepark. Veruit de meeste kapellen zijn gewijd aan Onze Lieve Vrouw, maar deze niet. Deze kapel is gewijd aan Jozef, de pleegvader van Jezus. De St. Jozefkapel wordt onderhouden door de kapelboer, zoals hij of zij op de Westerwijk wordt aangeduid. Hun werk heeft een lange historie, want aan het begin van de twaalfde eeuw wordt er hier al een gebedshuis, gewijd aan de heilige Lambertus, genoemd. En dat is zelfs vroeger dan de eerste vermelding van de St. Petruskerk in Hilvarenbeek! Documenten uit de middeleeuwen zijn schaars. We weten dus niet hoe oud de traditie van een kapel op deze plaats precies is. In ieder geval was hij dus genoemd naar een missionaris, Lambertus, die aan het einde van de zevende eeuw hier in het noorden van het latere Brabant het evangelie predikte. Daar hoorde het dopen van de bevolking bij èn het bouwen van een kerkje. Zo'n kerk kreeg bij de bevolking de naam van de missionaris. Of het met het kerkje op de Westerwijk ook zo gegaan is, is een vraag die wel nooit beantwoord zal kunnen worden.
Lange geschiedenis
In de tijd na 1629, de tijd van de Reformatie hier, verviel het kerkje. De Rooms-Katholieke eredienst mocht niet meer worden uitgeoefend, de priesters waren gevlucht en slechts in het geheim, of tegen betaling van forse smeergelden, mocht af en toe een mis in een schuurkerk gelezen worden. Het kerkje op de Westerwijk verviel en werd eind achttiende eeuw gesloopt. Later werd een nieuwe kapel gebouwd, maar die was aan het begin van de eeuw ook al bouwvallig geworden. De overal actieve pastoor Jurgens bouwde er in 1906 een nieuwe kapel, die werd gefinancierd met de verkoop van een akker, behorende aan het St. Lambertusgilde. De Mariadevotie was sterk in opkomst, dus werd de kapel gewijd aan de Heilige Maagd. Daarmee ging dus wel een oude traditie, die van St. Lambertus, verloren.
In de oorlogsjaren lag de kapel ruim drie weken in de vuurlinie, waardoor hij zwaar werd beschadigd. Na de oorlog deden vandalen, dè vijanden van alleenstaande kapelletjes, hun treurige werk. In 1966 werd de kapel grondig opgeknapt en, voorzien van een St. Jozefbeeld en een reliëf van de heilige aan de buitenzijde, omgedoopt in St. Jozefkapel. Kijk buiten maar eens nar de symboliek. Jozef met een lelie, het symbool van seksuele onthouding. Het kind Jezus en de duif, de Heilige Geest, die voor de bevruchting zorgde. De werkbank, want hij was timmerman van beroep. Het antieke beeld binnen werd later gestolen en vervangen door een eigentijds monochroom exemplaar. Ga maar eens kijken: het is er of je een beetje teruggaat in de tijd. De periode toen Lambertus hier het christendom kwam brengen en de bevolking opnam in de Europese beschaving.