Ga eens op zoek naar de vele verschillende planten in onze gemeente, die er van nature voorkomen. Je hoeft alleen maar te kijken in de bermen langs de wegen, in de bossen, aan de akkerranden en zelfs tussen de straat- en stoepstenen. Elke plant is interessant; onkruid is maar een verzonnen woord. Als jij je er een beetje in verdiept, dan gaan die Beekse planten nóg meer leven.
door Kees van Kemenade
aan de slootrand kun je vaak de grauwe wilg aantreffen
Aan de slootrand naast de niet meer gebruikte betonstrook bloeide in maart en april de grauwe wilg. Nu zijn de zaadjes al lang verspreid, om elders ook zulke wilgenstruiken op te laten schieten.
Er zijn veel wilgensoorten, bomen zoals de treurwilg en struiken zoals deze grauwe wilg. Net als alle wilgen heeft ook deze een langwerpig blad, maar dat is aan de onderkant grijs behaard. Vandaar de naam grauwe wilg. Hij houdt van een vochtige omgeving, dus is de slootrand een prima omgeving. Door zijn wortelgestel, dat ook goed tegen vocht kan, maakt hij slootranden stevig en zorgen ze ervoor dat die niet instort.
Grauwe wilg is een waardplant voor de rupsen van verschillende nachtvlinders en van de prachtige, donkerblauw gekleurde, grote weerschijnvlinder. Die kunnen wij in het zomerseizoen aantreffen.
We moeten dan zeker nog de bast van de wilg benoemen. Al in de prehistorie werd het toegepast en uit de Oudheid kennen wij recepten waarbij een extract van wilgenbast werd toegepast voor zowel de pijnstillende werking als het remmen van ontstekingsreacties. Later ging met de werkzame stoffen uit de bast in het laboratorium onderzoeken en synthetisch reproduceren en dat leverde het aspirine tablet op. Als je een schram hebt kun je dus gerust een wilgenblad kneuzen en het sap over de plek verspreiden.