Dat is het noodlot van veel gesneuvelden en anders omgekomen slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog, zij hebben niet eens een graf gekregen. Haast naamloos zijn zij verdwenen in massagraven, crematoria of anderszins. Dat geldt ook voor drie verzetsstrijders uit één familie. Op het graf van hun echtgenote / moeder Elizabeth van der Heijden is een steen aangebracht om vader Jos en zonen Staf en Marcel te gedenken. Meer is er niet, of het moet de straatnaam zijn, naast het ouderlijk huis waar zij woonden en van waaruit zij hun verzetsactiviteiten organiseerden.

door Kees van Kemenade

Je moest echt wel lef hebben om te proberen vluchtelingen te helpen om niet in handen van de nazi’s te vallen. Vooral Geallieerde vliegtuigbemanningen waren belangrijk, want er was een groot tekort aan in Engeland. Dus het was zaak dat velen via een Pilotenlijn konden terugkeren. Maar ook Franstalige krijgsgevangenen, Joden, Engelandvaarders, gezochte verzetsmensen hadden hulp nodig. De familie Van der Heijden leverde die steun, met behulp van ‘goede’ marechaussees en burgers die het lef hadden om in het verzet te gaan.

In juni 1943 werd Eugene van der Heijden aangesproken door marechaussee Karst Smit: of hij wilde helpen een uit de werkkampen gevluchte Franse soldaat onder te brengen en via een op te zetten ontsnappingslijn te laten ontsnappen naar België, Frankrijk en dan het neutrale Spanje. Eugene zei ja en zijn hele familie met hem. Na de Franse vluchteling volgden anderen, maar de Duitse veiligheidsdienst was waakzaam. Minder dan een jaar was de verzetsgroep actief, toen werd zij opgerold door de Sicherheits Dienst.

Veroordeeld tot de kampen

Vader Jos van der Heijden en zonen Staf en Marcel werden gearresteerd. Karst Smit en Eugene van der Heijden wisten bijtijds te vluchten en onder te duiken. Zij zouden de oorlog overleven. De drie Van der Heijdens werden veroordeeld tot de strafkampen. Jos en Staf stierven in het concentratiekamp Bergen-Belsen, Marcel zat in kamp Neuengamme en is daar om het leven gekomen, of tijdens een transport van de gevangenen overzee. Van alle drie is er geen aanwijsbare plek waar hun stoffelijke overschotten gebleven zijn. Na de oorlog overleed moeder Elizabeth van der Heijden; op haar graf werd een steen met de namen aangebracht om tenminste nog een plek te hebben om de herinnering aan de drie mannen levend te houden.

De herinnering blijft

Voor de rest werd er na de oorlog niet zoveel meer over de oorlog gesproken. Nederland en dus ook Hilvarenbeek moest opnieuw worden opgebouwd en daar paste teveel terugkijken, vond men, niet bij. In 1983, een periode toen men zag dat de getuigen van de oorlog ons begonnen te ontvallen, werd men zich er bewust van, wat mensen als de Van der Heijdens betekend hadden. Er verscheen een boek over de bezettingstijd met ook het relaas van hun werk en hun treurige einde. De gemeente benoemde een straat naar de familie, tussen het industrieterrein De Bukkum en de Diessenseweg. Daar op de hoek staat nog het huis van waaruit de verzetsactiviteiten van de groep Smit-Van der Heijden werden georganiseerd. De namen staan ook vermeld op de plaquette, aangebracht op de sokkel van het oorlogsmonument met namen van Bekenaren die omkwamen tijdens de oorlogen, hier en overzee, van 1940 tot 1949.

Een speciale plaquette, aangebracht op het woonhuis, zou geen slecht idee zijn, omdat inmiddels alle getuigen uit die tijd zijn overleden. Terwijl het verhaal toch zo belangrijk blijft.