Ook deze spannende, verrassende, fantastische

verhalen zijn geschreven door kinderen. Dit keer door leerlingen

van groep 6, tijdens een workshop creatief

schrijven (gegeven door juf Edith) op

basisschool De Doelakkers in Hilvarenbeek.

Het schilderij

door Saar Vermaas

Hallo, ik ben Saar. En mijn papa en mama zijn baas van een museum. Ik liep een rondje door het museum. Ik kwam aan bij het bijzondere schilderij. Het DONDER heet het. Ik vind het ook een bijzondere titel. Op een gegeven moment, toen ik naar de andere schilderijen liep, praatte het. Het schilderij zei: ‘Wat zou ik vandaag eens gaan eten; friet, pasta, kip, aardappelen of spruitjes? Ik ga voor pasta.’

En ik kom tevoorschijn en schilderij heeft ineens een gezicht gekregen. Hij keek me aan en we schreeuwden erop los. ‘Oké’, zei hij rustig, ‘ik heet Herman het schilderij. Je ouders noemen mij het DONDER. Maar hoe heet jij eigenlijk?’

‘Ik heet Saar.’

‘Wat een mooie naam.’

‘Dankjewel.’

‘Ik heb een klein opdrachtje voor je’, zei Herman. Hij stuurde me ernaartoe. Ik belandde in een onweersbui. Het was heel koud, er was niemand en nog erger, het donderde heel hard! Er sloeg bliksem in. Alle bomen gingen allemaal kapot. Het was zo erg.

Ineens kwam er een hond en zei: ‘Wat doe jij hier?’

‘Ik werd hier naartoe gebracht door een schilderij.’

De hond vroeg: ‘Hoezo?’

‘Weet ik niet’, zeg ik.

‘WACHT!’ zei de hond, ‘ben jij de dochter van de baas van dit museum!!’

‘Ja, hoezo?’

‘Je moet hier zo snel mogelijk weg’, zei de hond.

‘Waarom?’

‘Omdat de politie je zoekt.’

‘Waarom?

‘Nou, omdat iemand anders precies op je lijkt en die heeft de bank beroofd.’

‘Echt?’

‘Ja, echt.’

‘Ik wou in dit soort dingen, dat ik er niet was’, zei ik in mijn hoofd.

‘Maar opschieten’, zei de hond, ‘anders ga je dood.’

‘Oké, maar waar moet ik dan slapen?’

‘Dat weet ik niet, dat zoeken we wel uit.’

Er kwam een politie-uil aangevlogen.

‘Rennen!’ zei de hond

We hoorden de sirenes harder en harder. Ik moest van de hond op zijn rug springen. Hij was supersnel. Hij was wel super sonic, ik was onder de indruk. We waren ontsnapt en we kwamen aan bij een portaal. Ik sprong erin. Ik was weer veilig thuis. Bij papa en mama.

Doen!

door Tygo

Ik loop met Vince naar het bos. We zijn in het bos en we gaan hutten bouwen. Yeah!

We vinden ook wat kikkers. We doen de kikkers in een potje. We kijken er even naar en laten ze daarna weer los in de sloot.

We lopen nog een beetje verder het bos in, totdat we besluiten om naar huis te gaan.

We lopen, over het bospad naar huis.

We kijken naar boven, maar we zien dat de lucht heel donker wordt. Het begint heel hard te regenen.

We rennen, rennen en rennen. We zijn uitgeput, we willen rusten.

Maar dan slaat de bliksem voor onze voeten neer. We ontwijken de bliksem. We rennen naar huis.

We vertellen het aan onze moeders en die nacht dromen we over ons avontuur.