Ga eens op zoek naar de vele verschillende planten in onze gemeente, die er van nature voorkomen. Je hoeft alleen maar te kijken in de bermen langs de wegen, in de bossen, aan de akkerranden en zelfs tussen de straat- en stoepstenen. Elke plant is interessant; onkruid is maar een verzonnen woord. Als jij je er een beetje in verdiept, dan gaan die Beekse planten nóg meer leven. Zelfs als we in de winter zitten, is er in de natuur nog heel wat te zien.
door Kees van Kemenade
In de winter is er op het gebied van de bloemetjes heel weinig te beleven. Maar de natuur heeft vele vormen, zeker als we ook nog eens op andere plekken kijken. De bodem bijvoorbeeld bij een wandeling door de Roovertsche bossen. Grote plakkaten van een mooie soort mos groeien daar in de schaduw.
Er zijn op onze zandgronden ruim vijfhonderd soorten mos, maar alleen een bryoloog – kenner van al die mossen – kan ze determineren. Daarbij heeft hij dan ook vaak nog een microscoop of minstens een loep nodig. Maar naar deze zeer algemene soort durf ik het wel aan: het fraai haarmos.
Fraai Haarmos heeft een mooie donkergroene kleur en van boven bekeken zie je allemaal sterretjes. Een prettige verblijfplaats voor allerlei kleine insecten en wormpjes, dus een bijzonder nuttige aanwezigheid in de natuur. Het zijn allemaal kleine plantjes die graag dicht bijeen staan. Omdat het mossen zijn, hebben ze geen worteltjes zoals de meeste planten. Wat op wortels lijkt is alleen maar voor hechting op de bodem en bij andere soorten op schors of steen bijvoorbeeld.
Het grootste gevaar voor deze soort is uitdroging. Nu zijn de blaadjes daar tegen wel gewapend. Je ziet ze ook niet op een zonnige plek, want ze geven de voorkeur aan schaduw. Maar het mag ook weer niet te duister zijn. Binnenkort, nog in de winter, vormen zich kleine bruine steeltjes waaraan zich doosjes vormen. Daarin zitten de sporen, die als het doosje zich opent, verspreid worden op de wind. Dan kan zich op een andere plek ook zo’n mooi groen kussen fraaie haarmossen vormen.