door Jan van Helvoirt

Midden negentiende eeuw bestond er in Esbeek het St. Nicolaasgilde met wel 80 leden. Wellicht was het Hoogeind de thuisbasis. Want daar werd op 9 juli 1865 een ‘teerdag van het gilde’ gehouden. Jan Aben uit de Groenstraat had in de herberg van Jan Wilborts een andere Esbekenaar flink mishandeld. Deze Willem Hagen zou aan het huis van de weduwe van Nicolaas Aben een ‘brandbrief’ hebben gehangen. Enkele jaren later op 16 mei 1881 brandden overigens de twee aan elkaar gebouwde boerderijen van de tappers Frans en Jacobus Wilborts helemaal af, waarna er twee nieuwe boerderijen verschenen. Het was voor de jeugd en de gewone werkman moeilijk om lid te worden. Men werd aangezocht en door de leden gekozen. Eten, drinken en dansen op de teerdagen kon men misschien wel beter dan schieten! Volgens pastoor Jurgens uit Esbeek en de Beekse deken Van der Loo was er op die club ook ‘geen peil op te trekken’ en het gilde was gedoemd te sterven. De zetel werd in 1888 opgeheven en het onroerend goed werd verkocht; wellicht betrof het de akker de Hoge Bisschop. Tien jaar eerder werd op 15 mei 1878 de handboogschutterij ‘Oefening en Uitspanning’ opgericht in de herberg van Coop de Kort. In zijn tuin, op de zuidoost hoek van het oude Groot Esbeek, legden de leden twee banen aan van 26 meter lang. Tussenin stonden twee ligusterhagen met om de vier meter een houten schot om verdwaalde pijlen te kunnen opvangen. Aan het begin en aan het eind stond een afdakje van vier bij twee meter. Aan de achterkant een planken schot met daarop een laag stro met gespannen jute. Daarop kwam een vast gevlochten mat van stro ter grootte van een blazoen.

Martinus Hagen was de eerste voorzitter. In 1880 behaalde men de eerste prijs bij de Eendracht in Middelbeers. Een jaar later eerste prijzen bij Recht door Zee te Lage Mierde en bij de Eensgezindheid in Diessen. In 1882 schoot men volop in de roos bij Amicitia in Hilvarenbeek. Men heeft nog een volle prijzenkast in bezit. Pastoor Jurgens was pas enkele jaren in Esbeek actief of er ontstond een enorm groot conflict tussen hem en zijn overbuurman Cornelis van Raak. Deze bakker, winkelier en herbergier had immers zijn eigen doel in 1894 opgericht onder de naam Landbouwers Eendracht. Die ‘eigen regels’ van Van Raak zinden de pastoor allesbehalve. Toen alle leden in 1896 de teerdag van het Ambrosiusgilde in Beek bezochten en men er onder de klanken van twee ‘speelmannen met viool’ danste en dronk tot in de vroege uurtjes, was de maat vol bij Jurgens. Hij riep zelfs van de kansel geen brood meer bij de Esbeekse bakker te kopen en zijn herberg niet meer te bezoeken. Jurgens won uiteindelijk de strijd en de pastoor had duidelijk laten merken dat hij de baas was. In 1925 werd de herberg van Coop de Kort gesloten en er moest een nieuw onderkomen worden gezocht. Men vond die bij Doruske Smolders aan de Mostaard, later in 1954 door Piet en Trees Smolders-van Raak omgedoopt tot Schuttershof. In 1902 had hij een nieuw woonhuis gebouwd en op 30 maart 1909 mocht Dorus in zijn huiskamer een herberg starten.

Een jaar later op 26 april richtte hij een ‘schietterrein voor de kleine kruisboog’ in, dat het Kruisbooglaantje werd genoemd. De vereniging heette de Vriendschap. De doel lag achter zijn huis, eeuwenlang den Beekse Hof genoemd. Dorus was ook timmerman en wagenmaker. In 1907 vernieuwde hij zelfs de hele kap van het oude schoolhuis. En in 1928 mocht hij een compleet nieuwe boerderij bouwen voor boer Theunissen op de hoek van de Heistraat. De bestaande ‘doelen’ bij de gestopte Coop de Kort werden uitgegraven en in zijn geheel overgedragen naar de tuin van Doruske Smolders. Vrij vlug gingen de twee ‘doelen’ een fusie aan onder de nieuwe naam Oefening en Uitspanning 1878. In 1928 werd er een groot gouden feest georganiseerd. De club telde toen dertig leden en de voorzitter was Piet Schilders met de ‘postman’ Janus van Rijswijk als secretaris en penningmeester. Heel veel geschriften van de doel uit die jaren zijn helaas niet bewaard gebleven. Die zaten namelijk tijdens de oorlogsjaren met de medailles verstopt in een schoenendoos onder het stro in de schuur bij de toenmalige voorzitter Frans Schellekens. Hij was bang dat er iets van de waardevolle documenten verloren zou gaan. Na de oorlog waren alle papieren en de doos door de muizen opgevreten en alleen de keiharde medailles waren nog over. Men probeerde nog wel zoveel mogelijk documenten te achterhalen, maar… daar zat weinig schot in!