Onlangs werd in Amersfoort een rapport over archeologische opgravingen in Esbeek gepresenteerd. De afgelopen jaren heeft een omvangrijke groep geologen, archeologen, geofysici, bodemkundigen uit Wageningen, Delft, Amsterdam en Gent menig uurtje doorgebracht op een paar akkers aan de Groenstraat en een bosje in Diessen. Hun bevindingen: Esbeek is de belangrijkste archeologische vindplaats voor overblijfselen van de Neanderthalers. Het was er in de zomermaanden goed toeven, zo tussen 55.000 en 40.000 jaar geleden.
door Adrie van de Wouw
Het is fijn wonen in de gemeente Hilvarenbeek; kijk er de ranglijstjes voor aantrekkelijke woongemeenten of de prijsontwikkeling van huizen op Funda er maar op na. Is dat altijd zo geweest? Wie de verhalen van Jan van Helvoirt over plunderende soldaten, tegenvallende oogsten op schrale gronden en rondtrekkende rovers leest denkt misschien van niet.
Toch blijkt de gemeente (en meer bijzonder, een gebied van zo’n 60 hectare bij Esbeek) ook heel vroeger al een soort goudkust te zijn geweest. Ergens tussen de 55.000 en 40.000 jaar geleden moeten de Neanderthalers het in deze contreien erg goed naar hun zin hebben gehad.
Doorgronden geheimen
Op het symposium in Amersfoort was het bonte gezelschap wetenschappers plus liefhebbers uit de Brabantse Kempen aanwezig. Samen hebben zij veel tijd besteed aan het doorgronden van de geheimen van onze voorouders. De meeste mensen in West Europa bestaan immers voor 1% tot 6% uit Neanderthaler DNA.
Dat doorgronden werd soms letterlijk genomen: twee geofysici van de Universiteit van Gent reden met een quad met daarachter een bodemradar over de akkers aan de Groenstraat om te kijken wat er in de bodem onder de akkers is af te lezen over het landschap in de Neanderthaler tijd. Het bleek dat er toen meerdere ijsmeertjes en zandheuveltjes te vinden waren in dit gebied. Ideale plekken voor de veel voorkomende dieren uit die tijd (de mammoet, de grottenleeuw, de wolharige neushoorn en het rendier).
En waar dieren eten en drinken, daar komen net als nu... jagers. Volgens prehistoriespecialist Eelco Rensing verbleven de mensen die destijds in “Esbekistan” (woordkeuze van de onderzoeker) rondliepen in de winters waarschijnlijk in grotten in de Ardennen en in het Neanderthal (een dal ten oosten van Dusseldorf). In de zomer kwamen ze dan als voedseltoerist naar Brabant.
In de open lucht
Wat deden de Neanderthalers daar de hele dag? Ze verzamelden vuursteen en kwartsiet om er gereedschap van te maken. Ze maakten berkpek van berkenbast om stenen speerpunten aan houten stelen vast te maken. Ze jaagden op dieren. Als die gevangen waren werden ze geslacht, het vlees gedroogd en de huiden van de dieren schoongemaakt en bewerkt om als kleding te gebruiken. Met vuurstenen gereedschap en pyriet konden ze vuur maken: altijd handig om te koken en elkaar rond het vuur sterke verhalen over de jacht te vertellen.
En dat alles in de open lucht, want er was weinig beschutting in die tijd. Het landschap was bedekt met grassen en struiken en wat lage berken en wilgen. Wie nu zelf een kijkje wil nemen in het Neanderthalerlandschap moet daarvoor naar de Bolshezemelskaya Toendra aan de Barentzee in Noord West Rusland. De grote landdieren moet je er dan bijdenken, maar de vegetatie komt aardig overeen.
Hoop op organische resten
In 2007 werd in Nederland het eerste Neanderthaler kampement gevonden in Peest in Drenthe. De onderzoekers hopen iets dergelijks ook in de buurt van Esbeek te vinden. Maar, de bijlen, puntafslagen, en schrapers die in Esbeek zijn gevonden zijn allemaal door smeltwater verplaatst. De archeologen hopen nog organische resten in de grond aan te treffen (bijvoorbeeld een plek waar de Neanderthalers een vuurplaats hadden). Daarmee zou het verblijf van de Neanderthalers in deze streken nauwkeuriger gedateerd kunnen worden.
De akkers langs de Groenstraat
Esbeek ligt aan de Westrand van een dalingsgebied van de bodem (de zogenaamde Roerdalslenk). De bodem van de slenk zakt zo’n 5 tot 6 centimeter per 1000 jaar ten opzichte van de rand van de slenk. Die daling zie je niet terug als je van Esbeek naar Diessen fietst omdat de gedaalde bodem weer gevuld wordt door de wind en het water dat verplaatst wordt van de hoger gelegen delen in de omgeving. Aan de hoge kant van de slenk wordt er bijna geen dekzand afgezet en daar bleef het Neanderthalerlandschap dicht bij het maaiveld. Vandaar dat er zoveel bewerkte stenen van de Neanderthalers te vinden zijn.
Amateur-archeoloog Piet van Gisbergen uit Eersel werd door het boek ‘Esbeek niet van gisteren’ getriggerd om in de akkers langs de Groenstraat te zoeken naar prehistorische voorwerpen. Na de eerste vondst in 2006 wist de onvermoeibare Van Gisbergen maar liefst 5304 stenen te vinden, waaronder 1063 werktuigen.
Esbeek rijkste paleontologische vindplaats van Nederland
Eelco Rensink, specialist vroege prehistorie van de Rijksdienst voor het Culturele Erfgoed was heel duidelijk. Wat Nashville is voor de countryliefhebber, Lourdes voor de devotionalia verzamelaar en de Action voor koopjesjagers is de vindplaats Esbeek voor Nederlandse archeologen: de grootste en rijkste paleontologische vindplaats van Nederland. Zit er nog meer onder het gras? Waarschijnlijk wel, naast het bekende addertje. De onderzoekers verzekeren dat hun werk het agrarisch grondgebruik niet mag belemmeren. Maar de belangstelling van onderzoekers zal zeker toenemen als er resten van permanente bewoning worden gevonden.
Rensink: “Esbeek is een sleutelsite voor het onderzoek naar de kolonisatie en vroegste bewoningsgeschiedenis van Nederland. Het onderzoek van de Rijksdienst heeft voor dit thema, en specifiek voor de periode van de klassieke Neanderthalers nieuwe inzichten opgeleverd die geen parallellen kennen elders in Nederland.”
Het onderzoeksrapport is te vinden op https://www.cultureelerfgoed.nl/
Vul in de zoekfunctie: Neanderthaler-vindplaats Esbeek-Diessen (gemeente Hilvarenbeek) in.